Het Slötje

Als je goed om je heen kijkt, ontdek je de plek waar ooit het middeleeuwse kasteel De Dorth was. Lees verder

In het natuurgebied de Doort bij Echt ligt een opvallend aardwerk dat al eeuwen bekendstaat als het Slötje. Hoewel het terrein al lange tijd zichtbaar is, bleef onduidelijk wat het precies was. Daarom voerde de Archeologische Werkgroep Echter Landj (AWEL) een onderzoek uit op basis van historische bronnen en bestaande gegevens.

Historische vermeldingen

De oudst bekende vermelding van een burcht bij Echt komt uit 1719, toen Joannes Knippenbergh schreef:
"Echta tametsi vallo destituta ... nunc vero solo aequata."

Hij beschreef een voormalige sterke burcht die in 1498 door keizer Maximiliaan werd veroverd en later door de Geldersen werd verwoest.
Willem Albert Bachiene (1791) bevestigde dit verhaal en noemde een "oud sterk slot" dat in dezelfde oorlog werd verwoest. In 1843 vermeldde Van der Aa in zijn beschrijving van Gelder een "Huis te Echt, voormalig sterk kasteel", waarvan nog slechts ruïnes over waren, “zijnde de plaats zelve thans nog genoemd het Sleutje.”

De eerste plaatsaanduiding

Gerard Peeters gaf in 1867 als eerste een concrete locatie: in het “broek Dort (Doort) onder Echt”. Hij beschreef nog zichtbare resten van grachten, heuvels en muurwerk. Vanaf dat moment werd het Slötje algemeen met deze plek in de Doort geassocieerd.

Legendevorming

Het Slötje raakte ook verweven met het verhaal van Juffrouw Zonder Kop, opgetekend door Henri Welters (1890). In dit volksverhaal speelde de burcht een belangrijke rol tijdens het beleg van Echt in 1498. Zijn neef Ad Welters herhaalde het verhaal in 1925 en beschreef hoe “het bosch en broek het Dordt een versterkt Huis of Slot gelegen heeft, te midden van ringgrachten en water.”

Het beeld van Ad Welters

Ad Welters verwees naar kaarten van Jacob van Deventer (rond 1558), waarop hij meende de ruïne van de voormalige burcht te herkennen. Deze kaarten tonen inderdaad een cirkelvormige omgrachting bij Echt, met gebouwen binnen de ring, wat duidt op een versterkt terrein.

Archeologische context

In de omgeving van de Doort komen meerdere middeleeuwse resten voor. Een belangrijk historisch gegeven is de hof in Doirde (1432), ook wel “Oudenhof” genoemd, die in 1397 verwoest werd. Dit terrein ligt dicht bij de plek van het Slötje.
Uit archeologische rapporten blijkt dat het terrein een rechthoekige verhoging van circa 40 bij 70 meter heeft, omgeven door een oude gracht. Sporen van muren zijn niet aangetroffen, maar de vorm duidt op een middeleeuwse oorsprong. Een tweede, nabijgelegen verhoging vertoont vergelijkbare kenmerken.

Conclusie

Tot halverwege de negentiende eeuw werd de ligging van het Slötje niet precies vastgesteld. Pas daarna ontstond het vermoeden dat het aardwerk in de Doort de resten van de verwoeste burcht van Echt zou zijn. Archeologische aanwijzingen tonen dat het terrein mogelijk uit de late middeleeuwen stamt, maar verder onderzoek is nodig om de functie en ouderdom definitief vast te stellen.
De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten heeft inmiddels toegezegd dat het aardwerk, mits correct ingemeten, op de lijst van archeologische monumenten kan worden geplaatst. Daarmee blijft het Slötje een waardevol, maar nog deels onopgehelderd overblijfsel uit de geschiedenis van Echt.